Het aantal verstuurde brieven en kaarten loopt al jaren terug. Ook het aantal verstuurde kerstkaarten in Nederland daalt. Dit jaar verwacht PostNL 115 miljoen kaarten te bezorgen, tegenover 130 miljoen kaarten vorig jaar. Maar de kerstkaart blijft relatief populair. Hoe is dat ontstaan, en wie verdienen er geld aan? We hebben al veel geschreven over de historie van de kerstkaart

 

De eerste kerstkaart

Voor zover bekend komt de eerste kerstkaart uit 1843. Een rijke Engelsman uit Londen geeft artiest John Calcott de opdracht om de kaart te ontwerpen. Van de duizend exemplaren stuurt hij een deel naar familie en vrienden, de rest wordt verkocht.

De eerste kerstkaart, door John Calcott

 

Met de komst van drukkerijen worden kerstkaarten op grotere schaal geproduceerd en kan het gewone volk ze door het zakken van de prijs ook kopen. De eerste massadrukker van kerstkaarten is Louis Prang, die in Boston rond het jaar 1875 kerstkaarten uitbrengt met een simpele bloem. In 1881 drukt hij al vijf miljoen kerstkaarten.

Tot 1892 heeft in Nederland de PTT een monopolie op het maken van zogeheten prentbriefkaarten. Als het staatsbedrijf zijn monopoliepositie opgeeft, worden wenskaarten snel populairder: kunstenaars en bedrijven ontwerpen verschillende prenten, bijschriften en kaartvormen.

 

Kerstkaarten in de 19e eeuw

Wat opvalt: al vanaf de eerste kaarten zijn de standaardplaatjes een sneeuwlandschap, een kerstboom, dieren, eten of gezellig samenzijn. Toch is er wel wat ontwikkeling door de jaren.

 

Kerstkaarten in de 20e eeuw

Het aantal kerstkaarten neemt af. Aan het eind van het millennium sturen Nederlanders 210.000 kerstkaarten per mail. In 2000 zegt Hallmark te verwachten dat Nederlanders dat jaar al 700.000 e-cards zullen versturen.

Vanaf dan sturen Nederlanders in het algemeen steeds minder papieren post, blijkt uit cijfers van de postbezorger PostNL en zijn voorgangers. Zeker de laatste jaren neemt dat snel af.